Van schrik raakte Bas uit zijn evenwicht, hij probeerde zich
nog vast te grijpen maar het was te laat. Met zijn handen over het raam zoekend
naar houvast viel hij naar beneden richting het venster. Bas probeerde uit alle
macht houvast te vinden maar zijn grip wilde niet meer pakken, met een klap
kwam hij op de vensterbank neer en alles werd even zwart voor zijn ogen.
Duizelig en versuft opende hij zijn ogen en het duurde even
voor hij zich georiënteerd had in waar hij was en wat er gebeurt was zo even.
Hij keek om zich heen en werd zich weer bewust van waar hij was, alsnog begreep
hij weinig van wat er gebeurt was. “De grote leider probeerde me te helpen en
toen ineens...” Bas probeerde het terug te halen maar het was lastig met al de
pijn die hij voelde. “Heb ik mijn hoofd tegen het raam gestoten? Zou ik zo stom
zijn?” bedacht hij zich weer. “Zo hard kan dat toch niet geweest zijn?”.
Terwijl langzaam de sufheid wegtrok besloot hij om eens op te staan, hij zette
zich schrap op zijn armen om omhoog te komen en drukte zijn lijf omhoog. Met
moeite en met bibberige armen kwam Bas overeind. Ineens vloog er een pijnscheut
door zijn hele lijf van zijn voeten naar boven en hij viel weer neer op het
venster. Hij vloekte van de pijn want die was bijna ondraaglijk en keek wat er
aan de hand was. Met zijn ogen zijn lichaam afspeurend zag hij zijn benen
waarvan er een in een aparte hoek lag. “Verdorie, gebroken!” zei hij in
zichzelf “hoe moet ik nou verder”.
Bas zag de lichtinval boven hem veranderen terwijl hij
bedacht hoe hij verder moest, hij keek omhoog en zag de grote leider staan.
Hoog boven hem uit torenend begon de grote leider weer met zijn zware gebrom. Het
was bijna oorverdovend en doordat Bas al zo’n pijn had was dit geluid echt
ondraaglijk. “Wat is er nou!?” schreeuwde Bas geïrriteerd uit, “ik heb u eerder
verteld dat ik het niet kan verstaan!” De grote leider leek niet te luisteren
of hij hoorde hem niet misschien. Bas probeerde weer overeind te komen maar ook
deze keer lukte hem dit niet. Zijn been kon hem echt niet dragen, daarom begon
Bas zich op zijn armen vooruit te slepen richting de grote leider. Met zijn
kiezen op elkaar probeerde hij de pijn te verbijten. Elke seconde leek wel een
eeuwigheid te duren. De pijn was ondraaglijk en het putte Bas al gauw uit en
het was nog zo’n eind. Buiten adem probeerde hij weer naar de grote leider te
roepen maar weer geen reactie. Hij zag de grote leider het lange ding in zijn
handen opheffen, verrukt dacht Bas dat de grote leider hem probeerde te helpen
zodat hij op dat ding kon klimmen en hij in veiligheid gebracht zou worden. Hij
probeerde uit alle macht op te staan en met zijn laatste energie lukte dit hem voor
even. Bas viel weer neer en rolde een stukje om om zijn val te breken, precies
op de plek waar hij net stond hoorde Bas weer dat pats geluid. Verdwaasd keek
hij van het lange ding naar de grote leider en zag het lange ding weer opgetild
worden.
Bas werd angstig en langzaam kwam het in hem op dat de grote
leider hem niet probeerde te helpen, het was een aanval! “Wat moet ik nu?”
dacht hij wanhopig “ik ben gewond en heb geen manier om mezelf in veiligheid te
brengen.” Met zijn laatste schietgebedje sleepte Bas zich verder voort weg van
het gevaar. Hij probeerde uit alle macht te vluchten en zag het lange ding met
grote snelheid op hem afkomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten